“80 % van het plastic dat in de zeeën terechtkomt, wordt via rivieren aangeleverd. Recent werd bekend dat De Vlaamse Waterweg nv in de eerste helft van volgend jaar op enkele locaties in het Scheldebekken als test plasticvangers wil installeren”, aldus Bert Maertens. “Intussen is er meer duidelijkheid over de locaties. Er waren initieel drie testlocaties gekozen waar De Vlaamse Waterweg nv de proef zou laten doorgaan, namelijk de Scheldebruggen in Temse-Bornem (Zeeschelde), de Baanbrug in Boom (Rupel) en de stuw in Merelbeke (Bovenschelde)”, zo weet Bert Maertens.
Door een grote respons vanuit sector is de lijst van geïnteresseerde bedrijven sterk gegroeid. Daarom overweegt De Vlaamse Waterweg nv om de test meteen te verruimen naar acht locaties. Hierdoor ontstaat er meer ruimte om verschillende ideeën te testen en vergelijking tussen verschillende concepten toe te laten. De bijkomende vijf locaties zijn: de stuwen van Evergem (Ringvaart), Mechelen (Dijle), Dendermonde (Dender) en Eppegem (Zenne) en op de rechteroever van het Zeekanaal Brussel-Schelde, ter hoogte van de versmalling in Grimbergen. “De locaties werden zo geselecteerd dat er geen hinder voor de scheepvaart en de vismigratie is. Bovendien zal een lopende doctoraatsstudie aan de Universiteit Antwerpen mogelijks extra inzicht verschaffen over de locatie van de grootste bronnen van plasticvervuiling en waar dus verder op moet gefocust worden”, aldus Bert Maertens.
Indien de concepten minder haalbaar blijken in de praktijk, dan kan alsnog worden teruggegrepen naar de drie initiële locaties. De testperiode zal één jaar lopen.
Ook op de Leie?
“Het proefproject en het doctoraatsonderzoek van de Universiteit Antwerpen zal ons meer inzicht verschaffen in de vraag of - en zo ja waar - er plasticvangers kunnen gecombineerd worden met bestaande of nieuwe infrastructuur. Ik pleit er alvast voor om plasticvangers zoveel mogelijk meteen te integreren in infrastructuur op en langs de Leie, die in het kader van het Seine-Scheldeproject nog vernieuwd moet worden”, zo besluit Bert Maertens.