Het Vlaamse landschap telt veel wegen per vierkante kilometer. Gemiddeld komt een dier op zijn tocht door het landschap om de 300 meter een weg tegen. Dat komt onder andere door lintbebouwing, maar ook door de hoge bevolkingsdichtheid en daarmee gepaard gaande verspreiding van allerhande activiteiten in het landschap. Die situatie noemen we 'versnippering'. Om de versnippering te doorbreken, moet er 'ontsnipperd' worden, zodat dieren hun natuurlijke paden weer kunnen volgen en zich gemakkelijker in het landschap kunnen verplaatsen. Een versnipperd landschap heeft immers heel wat nadelige gevolgen voor dieren en planten en zo uiteindelijk ook voor de mens. Ontsnipperende maatregelen hebben het grootste effect als deze de grootste barrières opheffen. Dat zijn veelal onze gewestwegen en snelwegen. Vandaar de keuze om hier eerst werk van te maken.
Aarden strook voor dieren in bestaande tunnel
Vlaams minister van Omgeving Demir en minister van Mobiliteit en Openbare Peeters sloegen de handen in elkaar om de knelpunten aan te pakken. Ze lanceerden een vijfjarenprogramma met 15 projecten en voorbereidende studies. Een van de projecten betreft de ontsnippering van het Preshoekbos, het stadsrandbos in Kortrijk en Menen.
Vlaams Parlementslid Bert Maertens (N-VA) stelde begin juni al een parlementaire vraag aan minister Peeters over het project. Maertens: “De werken bleken gestart op 4 mei 2020. Daarbij werd een ecostrook aangelegd in de Preshoekstraat onder de E403. De asfaltverharding in de bestaande tunnel die de twee delen van het Preshoekbos verbindt op de grens met Menen, werd er gedeeltelijk vervangen door een aarden strook voor dieren. Voor de werken werd een bedrag uitgetrokken van 414 000 euro waarbij de stad Kortrijk en het Agentschap Wegen en Verkeer respectievelijk 244 000 euro en 170 000 euro voor hun rekening namen. Het was de bedoeling om de werken af te ronden tegen het bouwverlof. Dankzij de tunnel kunnen de naar schatting twintig reeën veilig de snelweg kruisen”. In de toekomst is het de bedoeling om ook projecten aan waterwegen en spoorwegen op te nemen in het programma. “Het VAPEO beoogt op termijn een structurele afstemming en samenwerking binnen de Vlaamse overheid en met andere overheden en organisaties, zowel op lokaal, Vlaams, federaal en grensoverschrijdend niveau” besluit Zuhal Demir.