Eind vorig jaar borg de stad de plannen voor die Cultuurfabriek tijdelijk op en ging ze eerst op zoek naar extra financiële steun van de Vlaamse overheid. De stad trok immers initieel een budget van 16,5 miljoen euro uit, maar door de plotse stijging van de materialen en de bouwkosten bedroeg de laagste offerte liefst 21 miljoen euro. Het scholenbouwprogramma ‘Scholen van Vlaanderen’, een publiek-private samenwerking die is opgezet door minister van Onderwijs Ben Weyts, brengt nu een oplossing.
Concreet wordt er gewerkt met een DBFM-formule (Design, Build, Finance, Maintain – Ontwerpen, Bouwen, Financieren, Onderhouden). De Vlaamse overheid stelt daarbij een private partner aan die de plannen van de stad uitwerkt tot aanbestedingsklare projecten, voorziet in de financiering en alles in de markt zet en laat uitvoeren. Na de realisatie van het project betaalt de stad gedurende 30 jaar een jaarlijkse vergoeding voor de bouw en het onderhoud van het gebouw, met een korting van 71,5% op die vergoeding die de Vlaamse overheid zelf betaalt. Hierdoor is het bedrag dat de stad uiteindelijk zelf moet ophoesten voor de bouw en het onderhoud van de Cultuurfabriek zelfs een flink stuk lager dan het initieel uitgetrokken budget.
“Met een zeer bloeiende Kunstacademie, met meer dan 2.000 cursisten en een bibliotheek die tot 10.000 bezoekers per maand over de vloer krijgt, zal de Cultuurfabriek hét project worden waar een massa mensen hun artistieke talenten kunnen ontplooien, kennis kunnen opsnuiven, elkaar kunnen ontmoeten en de creativiteit kan botvieren. Het project zal door de aantrekkingskracht ook een versterking zijn voor het centrum van de stad. Het is bijzonder heuglijk nieuws dat we dit project met de steun van de Vlaamse Regering toch kunnen uitvoeren”, besluit schepen van Cultuur Kurt Himpe.
De stad treedt eerstdaags in overleg met de Vlaamse overheid, om zo de beloofde Cultuurfabriek zo snel mogelijk verder uit te werken en te kunnen realiseren.