“Ik dring al enkele jaren aan op de snelle invoering van een eenvormig systeem voor de terugbetaling van boetes. Want de ongelijkheid die al jaren heerst, is stuitend en echt geen voorbeeld van transparant en goed bestuur. Ik kan me ook geen transportbedrijf inbeelden waar een vrachtwagenchauffeur uit de ene gemeente een hoger boetepercentage moet betalen dan een chauffeur uit een andere gemeente”, stelt Maertens.
Van begin 2019 tot en met de eerste 9 maanden van 2021 verzamelden de chauffeurs van de Lijn 4.950 boetes voor een totaalbedrag van 324.038 euro. Terwijl chauffeurs in Antwerpen slechts 18 procent van dat boetebedrag zelf moesten betalen, was dat bij hun collega’s uit Limburg 42 procent. In Vlaams-Brabant betaalde de overtreder gemiddeld 37 procent terug. In Oost- en West-Vlaanderen was dat respectievelijk 24 procent en 19 procent. “De terugbetaling van de boetes is meestal een procentuele berekening en hangt af van de locatie, het type van overtreding en het aspect van recidive. Per provincie worden er andere regels toegepast en dat zorgt duidelijk voor significante verschillen”, verduidelijkt Bert Maertens.
Uniform boetesysteem evidentie zelve
Bert Maertens: “Het is cruciaal dat er een eenvormig boetesysteem komt, liever vandaag dan morgen. De Raad van Bestuur en de directie van De Lijn zijn zich hier wel degelijk van bewust. Maar het zijn helaas de vakbonden die het keer op keer laten afweten. Uit het antwoord van de minister blijkt dat een voorstel van De Lijn over een uniforme regeling, dat dateert uit 2019 ook na verschillende gesprekken nog steeds wordt afgewezen. De vakorganisaties weigeren er zelfs over te spreken, zo blijkt uit een heel recente e-mail van het gemeenschappelijk vakbondsfront.”
“Dat is natuurlijk heel erg te betreuren. We moeten snel met een uniforme regeling voor het terugbetalen van verkeersboetes bij De Lijn van start kunnen. Ik breng het thema daarom zo snel mogelijk opnieuw ter sprake in het Vlaams Parlement”, besluit Maertens.