Mevrouw de voorzitter,
Dames en heren ministers,
Collega’s,
Vandaag staken de spoorbonden. Vandaag beseffen wij allemaal, nog meer dan op andere dagen, dat een vlotte mobiliteit in Vlaanderen een enorme uitdaging is. Dat is ook het uitgangspunt van het beleid van deze en de vorige Vlaamse regeringen. De uitdagingen inzake mobiliteit waar we deze bestuursperiode voor staan, zijn zowel maatschappelijk als economisch heel urgent.
Mevrouw de minister, de mobiliteitsdruk in Vlaanderen is gigantisch. De voorbije jaren heeft uw voorganger minister Weyts al tal van maatregelen genomen, projecten gestart en voorbereidend werk gedaan om hier een passend antwoord op te bieden. Onze N-VA-fractie is verheugd dat u dit beleid de komende jaren enthousiast verderzet.
Deze regering, collega’s, plant terecht forse investeringen om burgers en bedrijven op goed uitgeruste mobipunten en overslagterminals vlot te laten schakelen tussen verschillende vervoersmiddelen.
Een groener en efficiënter openbaar vervoer en de fiets moeten de Vlamingen een weg uit de file bieden. Ten laatste in 2025 mogen de kernen van de grote steden enkel nog emissievrij worden bediend. De rest van Vlaanderen volgt uiterlijk in 2035. Met een gegarandeerde dienstverlening, extra aanbod en meer stiptheid wilt u zorgen voor een betrouwbaar openbaar vervoer. En met een verdubbeling van de investeringen in fietspaden, met een groeipad van 150 miljoen euro naar 300 miljoen, maakt u van de fiets nog meer een volwaardig alternatief voor de wagen. Zeker als u er de komende jaren in slaagt om de gevaarlijke punten voor fietsers in gestaag tempo weg te werken.
Collega’s, laat me toe hier nog enkele zaken extra te benadrukken.
Ten eerste is er basisbereikbaarheid. Deze legislatuur zullen we dit concreet uitrollen op het terrein, met de vervoerregio’s die hierbij spelen een essentiële rol. De Vlaamse overheid gelooft heel terecht in sterke steden en gemeenten. Zij kunnen mee de regie bepalen van de mobiliteit in hun regio, zij kunnen beter en sneller inspelen op lokale vragen en samen met de Vlaamse overheid de combimobiliteit organiseren. We kunnen dan ook enkel tevreden zijn dat deze Vlaamse regering extra middelen uittrekt voor de exploitatie van De Lijn en voor Vervoer op Maat: 2 miljoen meer exploitatiemiddelen in 2020, een bedrag dat oploopt naar 10 miljoen extra in 2024.
En voor het Vervoer op Maat via busjes, minder mobielencentrales, taxi’s of andere vervoermiddelen is er in een fors groeipad van extra budget voorzien, bovenop het huidige: van 6 miljoen extra volgend jaar, tot op kruissnelheid 31 miljoen euro op het einde van de legislatuur; dat is bijna 100 miljoen euro extra om de Vlamingen, ook de Vlamingen die wonen in de meer landelijke gebieden, basisbereikbaarheid te garanderen.
Een ambitieuze modal shift, collega’s, die kan ook niet zonder de binnenvaart. Investeren in binnenvaart is cruciaal willen we meer goederentransport van onze wegen halen. De verdere uitvoering van het Seine-Scheldeproject en de verdere optimalisatie van het Albertkanaal zijn de grote budgettaire uitdagingen op dat vlak.
En mag ik u in dat kader een gunst vragen, mevrouw de minister. Gelet op uw woonplaats is het niet geheel onlogisch dat u het verhogen van de bruggen en de capaciteit op het Albertkanaal een warm hart toedraagt. Maar ik wil u in het belang van de havens van Zeebrugge en Gent, in het belang van de engagementen in het Europese Seine-Scheldeverhaal, en in het belang van de talloze internationaal ijzersterke bedrijven in West-Vlaanderen met aandrang vragen om ook de geplande binnenvaartinvesteringen rond Brugge en die op de Leie, op het kanaal Bossuit-Kortrijk en op het kanaal Roeselare-Leie onverkort uit te voeren. Om het in de u bekende woorden te zeggen: “gewoon doen”. Ik ga daar in elk geval blijven op aandringen.
Ik dank u.