“Uit een overzicht dat ik opvroeg bij minister Weyts, blijkt dat er langs Vlaamse gewestwegen maar liefst 750 haarden van Japanse duizendknoop zijn. Vorig najaar bleken er 571 geregistreerde haarden te zijn. Ook langs onze waterwegen komt de plant veelvuldig voor. De snelle verspreiding van de exoot is onrustwekkend”, aldus Bert Maertens.
Specifiek maaibeleid
De haarden van Japanse duizendknoop worden afgebakend met palen, zodat die zones niet mee worden gemaaid met de rest van de berm. Op deze manier wordt verdere verspreiding van de plant via het maaibeheer vermeden. “Enkel waar de plant hinderlijk is, zoals langs fietspaden of ter hoogte van kruispunten of waar ze de infrastructuur kan beschadigen, wordt de zone met Japanse duizendknoop apart gemaaid en wordt het maaisel in gesloten verpakking afgevoerd. In uitzonderlijke gevallen worden pesticiden gebruikt en dit conform de opgelegde vereisten”, aldus Bert Maertens. “Maar een echt succesvolle techniek om de verspreiding in te dijken, is er nog niet.”
Proefprojecten bieden weinig hoop
Er liepen en lopen enkele proefprojecten om diverse bestrijdingstechnieken in de praktijk uit te testen. “Jammer genoeg geven de resultaten niet meteen reden tot vreugde. Een goede bestrijdingstechniek blijft nog achterwege. Manueel uitspitten van de plant met een langdurige volgehouden nazorg lijkt tot op heden de beste methode te zijn maar is arbeidsintensief. Algemeen genomen lijkt het aantal haarden ondanks bestrijding toch toe te nemen”, zo besluit Bert Maertens.